Delen uit Neef Wim zijn Bestaan

Een groot Geheim

Neef Wim wist wel dat er geheimen bestonden. Moeder had het eens aan hem gevraagd, toen hij zijn eigen huiswerk aan het maken was. Sommen nog wel! Ze had zich met de bovenste helft van haar lichaam over zijn jonge gestalte gebogen en hem gevraagd of hij een geheim kon bewaren. Daar moest Wim wel even over nadenken. Was dat zelf geen geheim? Als hij nou eens zei dat dat geheim was! Omdat zijn Moeder eindeloos leek te blijven volharden in haar voorovergebogen lichaamshouding, gaf Neef uiteindelijk maar een vaag soort bevestigend antwoord. Moeder besloot met een tevreden klank in haar stem: ‘Goed zo’, en ging verder met de afwas. Al die borden!

De Dieren in hun Omgeving

Het mooiste vindt Neef Wim de dierenwereld in zijn natuurlijke omgeving. Dan worden ze niet zenuwachtig en gedragen ze zich zonder dat ze steeds hoeven te denken: wat vinden de andere dieren ervan? of: wat vinden de mensen ervan die van alle kanten staan te kijken met camera’s en verrekijkers? Want als dieren na gaan denken en hun natuurlijke instincten uit het oog verliezen, dan kun je net zo goed een vervelend boek gaan lezen, vindt Neef.

Wat Neef Wim vervelend vindt is dat de tijd steeds beweegt. De tijd heeft geen pauze en raast maar door. Voor Neef langs, links, rechts, en onze Wim slaagt er maar niet in de tijd eens een beetje rustiger te laten lopen, maar het hangt er volgens hem natuurlijk ook van af of je met de tijd meegaat of juist er tegenin. Wanneer je met de tijd meegaat, is het net of de tijd langzamer gaat. Zoals Neef Wim wel eens probeert op zijn stepje een Grote Jongen op zijn fiets bij te houden. Als je even snel gaat als de tijd, dan is het net of de tijd stilstaat. Maar hoe harder je tegen de tijd in gaat, hoe sneller de tijd dan voor mij zal blijken te gaan, redeneert Neef. Dus als ik de tijd wat langzamer wil laten gaan, moet ik met de tijd meegaan. Maar hoe doe ik dat?

Neef Wim houdt van kleine dingen. Ze nemen weinig ruimte in van de rest van de wereld en je kunt ze meestal met de hand van een van beide armen optillen. Als je de ene kant goed hebt bekeken, kun je ze gemakkelijk andersom houden. Neef weet dat bijna alles ook een andere kant heeft. Grote dingen natuurlijk ook, maar dan moet je vaak een heel eind omlopen om die andere kant te kunnen zien. Neef Wim ziet vaak dat er door veel grote dingen minder ruimte is voor kleine, hoewel de ruimtes tussen grote dingen vaak worden opgevuld door kleine dingen, vooral als de grote dingen niet precies in elkaar passen.