Delen uit Neef Wim zijn Bestaan

Neef Wim houdt van kunst. Hij is maar al te vaak te vinden voor de deuren van het plaatselijke museumpje. Wat zich daarbinnen afspeelt is een groot raadsel voor onze Neef. Hij stelt zich voor dat er overal aan de muren gekleurde platen hangen met duidelijk herkenbare afbeeldingen van bijvoorbeeld paarden of een bos. Wim houdt van bos en van paarden, dus dan zit hij wel goed. Zelf heeft hij een keer een tekening van een stuk hout gemaakt. Moeder zei dat de tekening goed gelukt was maar dat hij meer op de tekening van een stuk hout leek dan op een stuk hout.

Wim probeert wel eens een woord uit op zijn Moeder. Dan begint hij tegen Moeder te praten, met gewone alledaagse zinnen, die hij goed kent omdat hij ze wel vaker gebruikt. Hij weet dat ze het goed doen, dan kan daar geen misverstand uit ontstaan. En daarna, als Moeder met haar gewone alledaagse nietszeggendheid heeft gereageerd op de eerste zinnen, doet Wim er een nieuw woord in. Vaak reageert Moeder dan met een woeste uithaal van haar rechterarm, of linkerarm, als ze haar rechterarm al voor een ander karweitje had ingezet. Neef Wim weet wat er komt, duikt met een snelle beweging van zijn lenige jongenslichaam onder de onstuitbaar voortzwiepende arm door en beklimt kalm het trapje naar zijn jongenskamertje op de eerste verdieping.

De Dieren in hun Omgeving

Het mooiste vindt Neef Wim de dierenwereld in zijn natuurlijke omgeving. Dan worden ze niet zenuwachtig en gedragen ze zich zonder dat ze steeds hoeven te denken: wat vinden de andere dieren ervan? of: wat vinden de mensen ervan die van alle kanten staan te kijken met camera’s en verrekijkers? Want als dieren na gaan denken en hun natuurlijke instincten uit het oog verliezen, dan kun je net zo goed een vervelend boek gaan lezen, vindt Neef.

Neef Wim rolt ook vaak zijn broekspijpen op. Zijn pijpen worden er korter van, dat kun je nameten, en zijn benen lijken er langer van, maar dat kun je niet meten. Neef weet dat, maar vindt dat je het eigenlijk wel zou moeten kunnen meten, want als iets zo lijkt, waarom zou het dan niet zo zijn? Is iets alleen zo omdat het zo is, of kan het ook zo zijn omdat het zo lijkt? Hij zal eens aan Moeder of anders aan zijn Juf vragen hoe het zit. En als die er, geheel naar Neef zijn verwachting, niet uitkomen, is het een Belangrijke Kwestie voor Het Hoofd. En dan is er nog de vraag hoe Neef zijn fijne fiets er een beetje uit kan laten zien als de motor van die Grote Jongen. Zodat het ook zo’n motor wordt.