Delen uit Neef Wim zijn Bestaan

Neef Wim speelt graag met gedachten. Hij heeft er meestal een heleboel en vaak tegelijk. Dan denkt hij over de wielen van een oude auto, en waarom die veel harder lijken te bewegen dan de auto zelf, als de auto rijdt natuurlijk. Anders staat alles op dezelfde snelheid stil. Daar denkt Wim dan over na. En tussendoor misschien een stukje over een vreemde aardappel, met een toevallige vorm. Maar soms kan hij niks bedenken. Dan loopt het vast in zijn hoofd. Laatst liep hij zo snel mogelijk rondjes door hun kleine voortuin, terwijl hij gedachten probeerde te bedenken over de vissen van het bos. Het lukte niet. Of het kwam door de snelle rondjes of iets anders, Neef kwam niet verder.

Neef Wim houdt van kleine dingen. Ze nemen weinig ruimte in van de rest van de wereld en je kunt ze meestal met de hand van een van beide armen optillen. Als je de ene kant goed hebt bekeken, kun je ze gemakkelijk andersom houden. Neef weet dat bijna alles ook een andere kant heeft. Grote dingen natuurlijk ook, maar dan moet je vaak een heel eind omlopen om die andere kant te kunnen zien. Neef Wim ziet vaak dat er door veel grote dingen minder ruimte is voor kleine, hoewel de ruimtes tussen grote dingen vaak worden opgevuld door kleine dingen, vooral als de grote dingen niet precies in elkaar passen.

Wim probeert wel eens een woord uit op zijn Moeder. Dan begint hij tegen Moeder te praten, met gewone alledaagse zinnen, die hij goed kent omdat hij ze wel vaker gebruikt. Hij weet dat ze het goed doen, dan kan daar geen misverstand uit ontstaan. En daarna, als Moeder met haar gewone alledaagse nietszeggendheid heeft gereageerd op de eerste zinnen, doet Wim er een nieuw woord in. Vaak reageert Moeder dan met een woeste uithaal van haar rechterarm, of linkerarm, als ze haar rechterarm al voor een ander karweitje had ingezet. Neef Wim weet wat er komt, duikt met een snelle beweging van zijn lenige jongenslichaam onder de onstuitbaar voortzwiepende arm door en beklimt kalm het trapje naar zijn jongenskamertje op de eerste verdieping.

nopopup

Als Neef Wim naar de kermis gaat, wil hij het liefst een paar guldens mee van Moeder, anders kan hij nergens in. Moe haar guldens rammelen in de broekzak van zijn broek en roepen stuk voor stuk: Ik wil er uit! Ik wil naar die kermisjuffrouw achter dat raampje met dat ronde gat erin! Neef Wim zou wel eens willen weten hoe die juffrouw dat ronde gat in dat raampje van dat kleine kamertje heeft gekregen. Als Neef klaar is met de kermis gaat hij weer naar huis. Hij geeft alle guldens terug aan Moe, omdat hij weet dat zij ze wel beter gebruiken kan.