Delen uit Neef Wim zijn Bestaan

Een groot Geheim

Neef Wim wist wel dat er geheimen bestonden. Moeder had het eens aan hem gevraagd, toen hij zijn eigen huiswerk aan het maken was. Sommen nog wel! Ze had zich met de bovenste helft van haar lichaam over zijn jonge gestalte gebogen en hem gevraagd of hij een geheim kon bewaren. Daar moest Wim wel even over nadenken. Was dat zelf geen geheim? Als hij nou eens zei dat dat geheim was! Omdat zijn Moeder eindeloos leek te blijven volharden in haar voorovergebogen lichaamshouding, gaf Neef uiteindelijk maar een vaag soort bevestigend antwoord. Moeder besloot met een tevreden klank in haar stem: ‘Goed zo’, en ging verder met de afwas. Al die borden!

Neef Wim speelt graag met gedachten. Hij heeft er meestal een heleboel en vaak tegelijk. Dan denkt hij over de wielen van een oude auto, en waarom die veel harder lijken te bewegen dan de auto zelf, als de auto rijdt natuurlijk. Anders staat alles op dezelfde snelheid stil. Daar denkt Wim dan over na. En tussendoor misschien een stukje over een vreemde aardappel, met een toevallige vorm. Maar soms kan hij niks bedenken. Dan loopt het vast in zijn hoofd. Laatst liep hij zo snel mogelijk rondjes door hun kleine voortuin, terwijl hij gedachten probeerde te bedenken over de vissen van het bos. Het lukte niet. Of het kwam door de snelle rondjes of iets anders, Neef kwam niet verder.

Neef Wim wist zelf ook wel dat de herfst was begonnen. Daar had hij geen geleerde boeken of zijn fijne Juf voor nodig. En dat er dan links en rechts een blaadje van een boom op de grond zou liggen, ja, daar had onze Neef alle begrip van de hele wereld voor. Maar zo’n hele bult bladeren, dat leek Wim wel overdreven. Dat was Herfst met een Hoofdletter! Maar Herfst hoeft helemaal niet met een hoofdletter. Dat wist hij dan weer wel van Juf! Want Juf had ook alles over hoofdletters geleerd. Daar hoefde niemand haar iets over wijs te maken!

Neef Wim moet vaak schrikken. Daar kan hij niets aan doen. Moeder ook niet. Sterker nog, zij is het vaak die de eerste schrikreacties bij Neef oproept, door bijvoorbeeld in een keer de kamer binnen te komen, in plaats van stukje bij beetje, dat Wim eerst de voorkant van zijn moeder ziet, even later pas het middenstuk en als het binnenkomen bijna klaar is, de rest van zijn Moeders goedgevulde lichaam. Als zij in een keer de kamer binnenkomt, is het alleen al door de onverwachte luchtverplaatsing heel even niet goed mogelijk adem te halen. Daar schrikt Neef van.